Nadat ik het boek heb geïntroduceerd stel ik de drie W-vragen. Door deze vragen krijgen de kinderen een goed beeld van het verhaal.
Wat zijn de drie W-vragen?
- Wie komen er in het verhaal voor? Kleine beer, Haas, Varkentje en Eend
- Wat gebeurt er? Varkentje bakt een taart voor de jarige Kleine beer
- Waar gebeurt het? In het huis van Varkentje en buiten
Tekenen
Bespreek met de kinderen de W-vragen. Geef bij elke W-vraag één kind de opdracht om het antwoord te tekenen op een vel papier. Eventueel kun je er wat steekwoorden bij schrijven, maar de tekeningen zijn het belangrijkst. Let hierbij op dat de vragen gekenmerkt worden door een symbool. Dit kun je elke keer opnieuw gebruiken, wanneer je een boek introduceert. De symbolen kun je hier vinden.
Hang het papier boven de verteltafel, zodat de kinderen dit als leidraad kunnen gebruiken.