Momenteel volg ik de basiscursus dyslexie via hogeschool Windesheim. Deze cursus is echt een aanrader. Je leert niet alleen over dyslexie, maar ook over het lees- en spellingonderwijs. Ik heb al heel wat tips opgedaan, die ik graag met jullie wil delen.

Dyslexie en leesproblemen
Wil je als PABO-student of gediplomeerde leerkracht meer over dyslexie leren, dan raad ik je aan om dit document eens te lezen. Het bestaat uit 110 pagina’s vol met nuttige informatie en tips! Met behulp van deze publicatie maak je kennis met de achtergrondinformatie uit de protocollen.

Je krijgt informatie over lees-/spellingproblemen en dyslexie, goed onderwijs, toetsen en observeren, het bieden van effectieve hulp en afstemming met externen op het moment dat er (mogelijk) sprake is van dyslexie.

Bij deze publicatie is een digitale leeromgeving ontwikkeld. Op deze website vind je tal van literatuursuggesties, achtergrondartikelen, praktische documenten, filmpjes en handige websites. Echt een aanrader!

Dyslectische kinderen leren lezen
Tijdens de cursus dyslexie kregen wij de tip om het boek ‘Dyslectische kinderen leren lezen’ aan te schaffen. Dit is een bronnenboek vol ideeën om het leesonderwijs vorm te geven.

Denk bijvoorbeeld aan Leestheater, Connectlezen en RALFI lezen. Het leest heel erg makkelijk en je krijgt echt veel handige tips. Een aanrader dus voor iedereen, die het leesonderwijs wil verbeteren.

Lees ook: 5 signalen van eventuele dyslexie bij kleuters.

Kijk ook naar de DMT
Kinderen met dyslexie kunnen AVI+ halen en een lage DMT hebben. Een kind met dyslexie valt minimaal 10 % uit op lezen en 16% op spelling. Kijk dus niet alleen naar de E-scores!

Kijk kritisch naar de leesmethode
Goed onderwijs voorkomt een hoop problemen. Een kind moet eigenlijk 2-3 keer per dag worden voorgelezen. Bied niet dezelfde soort letters achter elkaar aan. Bijvoorbeeld: b-d of ie-ei.

Plak dit ook niet op de tafel, want ze krijgen het verkeerde plaatje in hun hoofd. Kinderen moeten minimaal 5x per week 30 minuten per dag lezen. Dit bestaat uit 5 minuten introductie, 20 minuten stillezen en 5 minuten afsluiting.

Kinderen met leesproblemen moeten nog 15 minuten langer lezen. Een vloeiende lezer leest op toon. Het klinkt alsof je spreekt. Je einddoel moet niet AVI+ zijn, maar dat een kind stil (in zichzelf) kan lezen.

Lees ook: dit mag je niet tegen een zwakke lezer zeggen. 

Zorg voor een goed aanbod aan boeken
Kinderen moeten 25 boeken per jaar lezen, dit is dus 1 boek per 2 weken. Dit moet echt kinderliteratuur zijn, dus geen stripboeken of tijdschriften. Per kind moeten 7 boeken in de boekenkast staan.

Dus heb je 20 kinderen in de klas, dan zijn dit 140 boeken. Zorg ervoor dat kinderen over diverse onderwerpen lezen, dus niet alleen paardenboeken. Anders blijft de (belevings)wereld zo klein.

Ken de boeken uit je klassenbibliotheek, zodat je kinderen gericht kunt helpen met het uitkiezen van een boek. Vraag ook naar het verhaal, bijvoorbeeld: “Ben je al bij….., daar wordt het heel spannend!”

Lees ook:

• 5 manieren om aan meer boeken te komen.
• Kinderen helpen bij het uitkiezen van een goed boek.

Doe aan leespromotie in de klas
Praat met de kinderen over de boeken na het lezen. Richt bijvoorbeeld een boekenclub op voor kinderen, die hetzelfde boek hebben gelezen.

Hang een boekenrups op in de klas en laat de kinderen op een rondje hun favoriete leesboek schrijven of maak een top 10 van de leukste boeken in de klas. Laat kinderen post-it briefjes in de boeken plakken waarop ze schrijven wat zij het leukste stukje in het boek vonden.

Wil je van jouw kinderen echte boekenwurmen maken? Bekijk dan mijn E-book ‘Een klas vol boekenwurmen‘ boordevol tips en inspiratie om het leesonderwijs nog leuker te maken!