De vierde stap is: ‘Belonen’.
Teken op je bord een rooster met twee kolommen. In het eerste vak zet je een smiley en in het tweede kolom een fronsy (fronsend gezicht).

Als de kinderen zich goed aan de regels houden dan kun je ze belonen met een smiley. Loop naar het bord en roep heel enthousiast: ‘1 seconde party!’ De kinderen mogen dan juichen, in hun handen klappen en ‘o, yeah’ roepen.

Maar als de kinderen zich niet aan de regels houden, dan heeft dit ook consequenties. Loop naar het bord en teken de fronsy. Volgens de methode mogen de kinderen dan heel hard zuchten en hun schouders op en neer halen. Hier ben ik het niet helemaal mee eens, want dan wordt het ook soort gezien als beloning.

Wat erg belangrijk met belonen is, is dat je vanaf het begin het verschil tussen de smileys en fronsys niet groter dan 3 moeten laten worden. Wanneer je de kinderen teveel beloont worden ze lusteloos en als je ze te weinig beloond werkt het demotiverend. Dit is dus de + – 3 regel.

In het begin van onderstaand filmpje wordt dit beloningssysteem uitgelegd. De rest van het filmpje is ook leuk om te bekijken..