Naar de ontwikkeling van het kinderbrein is al veel onderzoek gedaan. Maar we weten nog lang niet alles. Soms zijn eerdere onderzoeken ook weer achterhaald wanneer er nieuwe informatie bekend wordt. In deze blog deel ik aan de hand van het boek Kinderkoppie drie mythen rondom de ontwikkeling van het kinderbrein.

Hoe eerder kinderen naar school gaan, hoe beter
In veel landen wordt het belang van onderwijs bij jonge kinderen benadrukt. Maar bij kleine kinderen is de ontwikkeling nog niet gebaat bij het schoolse leren dat wij kennen. Het brein ontwikkelt zich juist verder door ‘gewone’ leerervaringen.

We vinden vooral vroeg onderwijs aan kinderen met een dreigende achterstand belangrijk. Er zijn niet voor niets heel wat VVE peuterspeelzalen. Maar of deze aanpak werkt is niet bewezen.

Tussen de kinderen zijn grote individuele verschillen en het langetermijneffect is moeilijk te meten. Er zijn zelfs al onderzoeken die concluderen dat VVE onvoldoende resultaat heeft.

Een kind wordt slimmer van muziek luisteren
In een publicatie uit 1993 werd beweerd dat studenten die voorafgaan aan een toets naar muziek van Mozart luisterden, beter scoorden. Het onderzoek werd nooit bevestigd, maar het was al over de hele wereld bekend. We noemen dit ook wel het mozart-effect.

Het luisteren naar klassieke muziek kan inderdaad nuttig zijn, maar of kinderen er echt intelligenter van worden is de vraag.

Wat wel uit onderzoek blijkt is dat mensen die zelf een instrument leren bespelen wel gemiddeld drie tot vier IQ-punten meer scoren.

Hoe meer je investeert in een kind, hoe slimmer het wordt
De cognitie van een kind worden door verschillende factoren bepaald. Deze zijn dus in bepaalde mate beïnvloedbaar. Uit onderzoek is gebleken dat verwaarlozing, ondervoeding en eenzame afzondering een negatief effect kan hebben op de breinontwikkeling.

Het brein kan zich door deze negatieve factoren niet optimaal ontwikkelen. Maar het omgekeerde is niet waar.

Er kan niet geconcludeerd worden dat een kind slimmer wordt door een betere opvoeding. De individuele verschillen en omstandigheden zijn meer bepalend.