Je bekijkt nu 4 activiteiten om de werkwoorden te oefenen

4 activiteiten om de werkwoorden te oefenen

De afgelopen weken hebben de kinderen in groep 4 geleerd wat werkwoorden zijn, het zijn doe-woorden. De kinderen hebben lesjes gemaakt in hun werkboek, maar daarnaast hebben we ook veel spelletjes en andere activiteiten gedaan.

In deze blog geef ik een aantal manieren om de werkwoorden te oefenen.

Ik maak veel gebruik van spelend leren in de klas. Wil je meer weten over thematisch werken en spelenderwijs leren? Bekijk dan mijn E-book ‘Spelenderwijs leren in groep 3‘.

Uitbeelden
Dit spel kan gespeeld worden met de hele klas. Verdeel de klas in twee of drie teams. Teken voor elk team drie ballonnen op het bord. Om de beurt gooien de teams met een dobbelsteen, wie het hoogste gooit mag beginnen.

Fluister een werkwoord in het oor van een speler. Deze speler moet het woord aan zijn teamgenoten uitbeelden. Lukt dit binnen de tijd, (zet een zandloper of timetimer) dan wordt er een ballon ingekleurd. Wie heeft als eerste drie gekleurde ballonnen?

Ik vond nog kaartjes die ik ooit in 2011 hebt gemaakt. Hierop staan voorbeelden, al is ‘jeuken’ geen werkwoord. Je kunt zelf een selectie maken welke je gebruikt of je bedenkt ze zelf.

Tijdens deze activiteit leren de kinderen wat een werkwoord is (een doe-woord) en dat je deze woorden kunt uitbeelden.

4-activiteiten-om-de-werkwoorden-te-oefenen

Zelf bedenken
Dit is een leuk spel dat in twee- of drietallen gespeeld kan worden. Leg alle plaatskaartjes op de kop. Draai een kaartje om en lees wat er op het kaartje staat. Draai de zandloper om.

Allebei de spelers bedenken zoveel mogelijk werkwoorden bij de plaats. Als de zandloper afgelopen is worden de werkwoorden bekeken. Woorden die beide spelers hebben worden tegen elkaar weggestreept.

Hoeveel werkwoorden heeft elke speler dan nog over? De speler met de meeste woorden mag het kaartje houden. Wie wint uiteindelijk de meeste kaartjes?

Speuren naar werkwoorden
Laat de kinderen hun leesboek pakken en onderzoeken hoeveel en welke werkwoorden er op een bladzijde staan.

Laat de kinderen drie zinnen kiezen en de werkwoorden veranderen. Wat verandert er in de zin?

Ook leuk: spellenpakket waarbij de zelfstandig naamwoorden worden geoefend. 

Kijkplaat
Bij deze activiteit kan je controleren of de kinderen begrijpen wat een werkwoord is. Laat de kinderen een kijkplaat (passend bij het thema) goed bekijken en er 10 zinnen bij schrijven. Alle werkwoorden moeten de kinderen onderstrepen.

Door op deze manier met werkwoorden aan de slag te gaan gaat het veel meer leven bij de kinderen dan dat ze enkel een taallesje uit het boek maken.

Je kunt deze activiteiten tijdens de taalles inzetten, maar je kunt ze ook in een circuit aanbieden.

Heb je zelf nog leuke tips om de werkwoorden te oefenen? Laat het dan weten in een reactie!

Linda Willemsen

Linda Willemsen is het gezicht achter klasvanjuflinda.nl en zet zich in voor spelenderwijs ontdekken en leren. Daarnaast houdt ze zich bezig met auteurswerk en zorgt sinds oktober 2018 met veel liefde voor haar babydochter.

Dit bericht heeft 5 reacties

  1. Loes

    Je kan toch ook zeggen “Deze trui jeukt.”?

  2. Katrien

    dank je wel voor al dat mooi materiaal !

  3. Suzanne

    Hoi Linda, dank voor de inspiratie! Ik heb deze activiteiten vandaag in groep 3/4 gedaan, was een groot succes!

  4. Heidi

    jeuken is wel een werkwoord hoor, het betekent: jeuk voelen :)

Geef een reactie