Esther van der Beek is 30 jaar en fulltime juf van groep 8. Het afgelopen jaar heeft ze naast haar werk de master Special Educational of Needs afgerond. Ze is bezig met het opstarten van haar eigen RT praktijk. In dit artikel geeft ze een kijkje in haar leven.

7:35 start van de dag
Ik start met het maken van een brief voor de ouders van mijn klas. Hierin vertel ik hoe de advisering over twee weken eruit ziet. Er zitten 29 kinderen in de klas, dus dat worden 29 adviesgesprekken. Ik print de brieven uit en dan is het tijd om onder het genot van een kopje thee met mijn collega’s de dag te starten.

8.30
Om 8:30 heb ik geen kinderen, want die zijn naar de gym. Ik ga in gesprek met de adjunct directeur om mijn adviezen door te lopen. Aangezien ik alleen voor de groep sta is het fijn om dit even te delen. Helaas kent hij de kinderen niet, dus dat maakt het wel lastig. Om kwart voor tien hebben we 15 van de 29 kinderen doorlopen. Het is dan al tijd om af te ronden, want mijn kinderen zijn terug van de gym. Mijn collega’s ondersteunen me door mijn groep te halen bij de gymlessen. Zo heb ik iets meer ruimte om de advisering en alle randzaken te regelen.

Hup de klas in
Ik start met het nakijken van het huiswerk. Samen met de kinderen bespreek ik een begrijpend lees les. De kinderen krijgen willekeurig een beurt zodat ze allemaal scherp blijven. Ondertussen eten en drinken de kinderen. Er komt een leerling naar me toe “Juf ik ben mijn eten vergeten.” Ik vraag in de klas of er iemand een koekje heeft voor deze leerling. Acht kinderen geven hem iets, waarop hij zegt: “Dit ga ik vaker doen dan krijg ik allerlei koekjes.”

Toets aardrijkskunde
Na begrijpend lezen gaan we aan de slag met de aardrijkskunde toets, de kinderen maken zelf samenvattingen en leren dit thuis. In de toetsopstelling lopen we de toets door om te kijken of er nog vragen zijn. Na de toets is het tijd voor rekenen, maar een break is wel fijn, want ze werken zo hard. Een spelletje: ‘ik zie ik zie wat jullie ook zien’. (Ze vonden de naam raar. Als je het niet kan zien, kan je het niet raden.)

Rekenen
Na het spelletje starten we met deel b van de Wereld in getallen. Eenmaal alles uitgedeeld gaat het stoplicht op rood en gaan de kinderen zelfstandig aan het werk. Wat ben ik trots dat ze dit kunnen. Aan het begin van het schooljaar vonden ze dit super moeilijk. Zelfs als ik even uit de klas ben om even thee te halen of te kopiëren werken ze super goed door. Na een tijd zet ik het stoplicht op oranje. Ze mogen nu met ‘liniaal stem’ vragen aan de buren stellen. Het laatste kwartier gaat het stoplicht op groen. 

Pauze
Het is vijf voor twaalf opruimen maar. De kinderen gaan in de rij staan en gezamenlijk gaan we naar beneden. Ik ga weer terug naar boven en ga de bijlage van ZIEN koppelen aan het OSO. ZIEN is ons sociaal emotioneel ontwikkelings volgmodel en het oso is het digitale onderwijskundig rapport. Deze draai ik gelijk uit, want deze moeten ouders ondertekenen voordat ik ze kan open zetten voor de vervolgscholen. Daarna neem ik mijn e-mails door en ga ik snel eten. Voordat ik het weet is het alweer 13:05

Andere groepen helpen
Ik haal de kinderen buiten op, zodat we rustig naar binnen gaan. Vijf kinderen gaan techniek geven bij een kleuterklas en vijf andere kinderen gaan spelletjes doen in een andere kleuterklas. De juf van groep drie had ook de hulp van mijn leerlingen gevraagd voor het letterfeest. Dit is om te vieren dat de leerlingen alle letters hebben geleerd. Mijn kinderen komen terug en vragen waarom wij dat in groep acht niet doen. Ik vraag ze: “Met wat dan?” “Breuken of zo!” antwoordden ze mij. Ik lach en zeg dat ik erover na ga denken.

Werkboekjes
Als alle kinderen weer terug zijn, gaan we met de werkboekjes aan de slag. Ik heb meerdere werkboekjes gemaakt: spelling, werkwoordspelling, grafieken/tabellen, begrijpend lezen en rekenen. Iedere dag werken we hieraan. Vandaag doen we twintig minuten begrijpend lezen en twintig minuten grafieken en tabellen. Ik zit aan de instructietafel met het stoplicht op groen. De kinderen werken super hard, maar dan is het mooi geweest.

Evalueren
De laatste tien minuten van de dag vraag ik wat ging er goed deze week. Tevens vraag ik ze of iemand een compliment heeft voor iemand anders. Ik sluit af door te zeggen dat ik het een fijne week vond. Buiten bij de buitendeur wens ik iedereen een fijn weekend.

Borrel
Boven ga ik weer verder met mijn advisering en om tien voor vier is het tijd voor de weekafsluiting in de vorm van een borrel.
Iedere week organiseert een andere collega de borrel. Daarna is het tijd om alles af te sluiten. Op naar een heerlijk rustig weekend.

Mijn tip voor andere leerkrachten: draag zorg voor een goed leef- en leerklimaat. Hier krijg je zoveel profijt van in je klas. En geniet van alle dingen, hoe druk je het ook hebt!