Voorlezen is ontzettend belangrijk. Je werkt namelijk aan de woordenschat en daarnaast vergroot het de leesmotivatie van de kinderen. Dit blijft ook in de bovenbouw ontzettend belangrijk!

Zeker kinderen die zelf niet van lezen houden, vinden het wel vaak heerlijk om voorgelezen te worden. In deze blog wil ik je meer vertellen over interactief voorlezen.

Interactief voorlezen
Alle kleuterjuffen kennen de term interactief voorlezen wel. Je stelt tussen het voorlezen vragen over het boek en legt moeilijke woorden uit. In de midden- en bovenbouw doen we dit eigenlijk bijna niet meer.

Er wordt nog wel voorgelezen, maar vaak onder het eten en drinken. Meer als een ‘gezellig moment’. Natuurlijk is dit prima, maar je laat wel mooie kansen liggen! Ook over een leesboek kun je vragen stellen en dit kan weer leiden tot interessante gesprekken met de kinderen.

Voor het voorlezen

• Laat de kinderen de kaft van het boek zien en voorspellen waar het verhaal over zou kunnen gaan. Schrijf dit op een blaadje en controleer als het boek uit is de voorspellingen. Het blaadje gebruik je bijvoorbeeld als boekenlegger.
• Zou dit verhaal echt kunnen gebeuren? In de bovenbouw kun je het hebben over fictie en non-fictie.

Tijdens het voorlezen

• Stop tijdens een spannend of verdrietig stukje en laat de kinderen voorspellen hoe het verder gaat. Dit doet echt niet perse afbreuk aan de spanning van het verhaal. Door de kinderen juist te laten fantaseren wordt er een heleboel mogelijk.
• Wanneer de hoofdpersoon een bepaalde keuze of beslissing maakt, vraag dan aan de kinderen wat ze hiervan vinden. Zijn ze het ermee eens of zouden ze juist een andere keuze gemaakt hebben? Wat is hun gevoel erbij?
• Lees het boek niet in één keer uit, maar laat net voor het einde de kinderen voorspellen hoe het verhaal afloopt. Koppel dit ook weer terug naar de voorspellingen die je met de klas gedaan hebt voor het voorlezen.

Na het voorlezen

• Leg niet gelijk het boek weg, maar laat de kinderen hun ervaringen delen. Hebben ze zelf ook zoiets meegemaakt? Vaak roept een verhaal weer nieuwe verhalen op.
• Bespreek met de kinderen wat voor doel de schrijver heeft met dit verhaal. Wil hij ons iets leren en zit er een boodschap in?
• Vraag aan de kinderen wat ze van het verhaal vonden. Wat voor gevoelens roept het bij hen op en wat vonden ze sterk of minder sterk aan het verhaal? Wat vonden ze het beste stuk?
• Vraag aan de kinderen wat ze van het slot vonden. Fantaseer met de kinderen hoe het ook had kunnen aflopen. Misschien hebben de kinderen nog wel vragen, die tijdens het verhaal niet meer aan bod zijn gekomen. Bespreek dan de mogelijke antwoorden.

Wil je van jouw kinderen echte boekenwurmen maken? Bekijk dan mijn E-book ‘Een klas vol boekenwurmen‘ boordevol tips en inspiratie om het leesonderwijs nog leuker te maken!