Deze week deel ik elke dag een opdracht rondom taal, rekenen of wereldorientatie waar de kinderen thuis mee aan de slag kunnen gaan. Vandaag een activiteit rondom rekenen met de dobbelsteen waarbij de kinderen bijna dubbel sommen oefenen.
Bijna dubbel sommen
In groep 3 oefenen de kinderen met bijna dubbelsommen. Voorbeelden van dubbelsommen zijn 1+1, 3+3 of 5+5.
Bijna dubbelsommen zijn bijvoorbeeld 3+4, 4+5 of 6+5. Tijdens dit dobbelspel oefenen de kinderen met bijna dubbelsommen.
Hier vind je meer rekenspellen voor groep 3.
Instructie
Elke speler krijgt een werkblad en twee dobbelstenen. Om de beurt mogen de kinderen rollen met de twee dubbelsommen. Hebben ze een bijna dubbelsom, dan zegt de speler ‘dubbel dobbel’.
Hij schrijft de bijna dubbelsom op zijn werkblad.
Na vijf minuten lossen de spelers de bijna dubbelsommen op hun werkblad op. Vervolgens tellen ze de antwoorden bij elkaar op. Dit eindantwoord is de score. Welke speler heeft de hoogste score?