Op Christelijke basisscholen wordt vaak drie keer in de week een Bijbelverhaal verteld. Maar hoe zorg je ervoor dat een verhaal levendig verteld wordt?

En hoe zorg je ervoor dat kinderen betrokken zijn? Ik wil je graag aan aantal tips geven. Natuurlijk kun je deze tips ook voor andere verhalen gebruiken.

Ook leuk! 5 redenen om te vertellen in de klas.

Wees voorbereid
Ken het verhaal. Lees het goed door en schrijf de belangrijkste punten op. Zorg dat je het begin, midden en einde helder in je hoofd hebt.

Bedenk een passende introductie. Schets een probleem, neem een voorwerp mee, laat een lied of gedicht horen en koppel dit aan het verhaal. Zo bereid je de kinderen goed voor op het verhaal.

Lees ook eens deze tips om een verhaal snel vertelklaar te hebben.

Verteltechniek
Vertel het verhaal staande. Veel leerkrachten vinden dit eng en blijven liever op hun stoel zitten. Maar hierdoor word je erg beperkt in je bewegingsvrijheid. Blijf ook niet op dezelfde plek staan, maar loop rond.

Ook bij kleuters kan dit prima! Gebruik je stem. Varieer in hoogte en volume. Geef ook elke karakter een stem. Gebruik de rust. Blijf bijvoorbeeld even stil, als het spannend wordt.

Je zult merken dat de kinderen dan aan je lippen hangen. Gebruik je mimiek. Kijk niet blij, als het een verdrietig verhaal is of andersom. Lees ook eens deze verteltips van Hans van Woerkum.

Net even anders
Vertel het verhaal zo dat de kinderen het voor zich kunnen zien. Dus niet: “Het begon te regenen, steeds harder en harder tot de aarde onder water stond”, maar “Het begon te regen. Eerst stonden de bloemen onder water, toen de huizen en bomen. En uiteindelijk zelfs de allerhoogste bergen! Op heel de aarde was geen droog plekje meer te vinden!” 

Probeer eens een verhaal vanuit een persoon te vertellen. Vertel bijvoorbeeld uit David of Maria. Je kunt ook een attribuut meenemen om het nog echter te maken.

Dit is niet noodzakelijk, want  de kinderen zien vaak al aan je stem en houding dat je iemand anders bent. Gebruik ook af en toe interactie om de kinderen erbij te betrekken.

Pak tijdens het Bijbelverhaal af en toe de Bijbel vast. De kinderen worden er aan herinnerd, dat het verhaal uit de Bijbel komt en dat jij het niet zelf hebt bedacht.

Ook leuk: Een verhaal spannend maken doe je zo.

Tot slot
Maak een koppeling naar het heden. Vraag wat de kinderen in zo’n situatie hadden gedaan. Laat ze dit ook in tweetallen bespreken.