Beschrijving

In dit pakket voor bewegend leren vind je vijf spellen om de doelen uit thema 8 van de leesmethode Lijn 3 te oefenen. De leerlingen oefenen met de hoofdletters, woorden die eindigen op een /d/ of /b/, woorden die eindigen op een korte klank, woorden met drie medeklinkers achter elkaar en moeilijkere samengestelde woorden.

Lees en kleur
Verspreid over het plein, de klas of het speellokaal hangen acht verschillende kaartjes. De kinderen lezen de woordrij die op de kaart staat. Het laatste woord onthouden ze. Ze rennen terug naar de leerkracht, noemen de kleur en het laatste woord van de kaart. Is het goed? Dan mogen ze de afbeelding, passend bij dat woord, kleuren op de kleurplaat.

Mix en koppel
Je kunt met de kaartjes verschillende spelletjes spelen. Laat de leerlingen bijvoorbeeld ‘mix en koppel’ spelen. De kinderen bewegen zich door de klas of speelzaal. Ze mixen eerst door elkaar en proberen vervolgens een koppel te vormen met degene die bij hen hoort.

Lees en zoek het plaatje
De kinderen hebben een kaart met daarop 8 afbeeldingen. Op het plein, in de klas of in de speelzaal liggen woordkaarten met daarop een nummer. Ze zoeken de woorden die overeenkomen met de afbeeldingen op de lijst. Vervolgens schrijven ze hetzelfde nummer bij de afbeelding.

Woordenrace
De kinderen pakken een kaartje met daarop een woord. Ze rennen naar een ander kind, laten het woord zien en lezen voor wat erop staat. Klopt het? Dan mag je verder. Er staan verschillende bakken. Elke bak hoort bij een bepaalde leescategorie. In welke bak hoort het kaartje?

Woordzoeker
Op het plein, in de klas of in het speellokaal hangen kaartjes met afbeeldingen. Ieder kind (of per tweetal) heeft een werkblad met daarop een woordzoeker. De kinderen gaan op zoek naar de afbeeldingen en zoeken het woord op in de woordzoeker. De woorden kunnen verstopt zitten van links naar rechts of van boven naar beneden.