Bij mij op school krijg ik regelmatig te maken met kinderen die het Nederlands als tweede taal beheersen. Het is belangrijk om veel activiteiten rondom woordenschat en mondelinge taalontwikkeling te doen. Door veel talige spellen te spelen leren de kinderen spelenderwijs de Nederlandse begrippen. Sinds een maand heb ik het materiaal Lego Education Storytales in de klas staan. Een bak vol met duplo dat kinderen aanmoedigt om zelf originele verhalen te bedenken.

Dit materiaal heb ik gekregen. Lees hierover ook mijn disclaimer.

Het materiaal
Het duplo (109 losse onderdelen) zit in een stevige blauwe bak en kan gebruikt worden bij het vertellen van verhalen. Het materiaal is geschikt voor kinderen van groep 1 tot groep 3 en er kunnen zo’n drie kinderen tegelijkertijd mee spelen. Bij ons op school gebruiken we het vooral tijdens de tutor-momenten. De tutor kiest samen met een kind een achtergrondkaart uit en moedigt het kind aan om een verhaal te bedenken. Door er materialen bij te zoeken wordt het eenvoudiger om er iets bij te vertellen. De kinderen leren voorbije gebeurtenissen herinneren en ontwikkelen  verhaaltaal, verbeeldingskracht en vertelvaardigheden.

Duplo spreekt jonge kinderen aan en hierdoor zijn de kinderen snel gemotiveerd om met het materiaal aan de slag te gaan. Er zijn verschillende activiteiten met Lego Education Storytales mogelijk:

1. Leg de drie grijze bouwborden naast elkaar en zet een achtergrondkaart in het middelste bord. Laat het kind het begin, midden en eind van het verhaal bouwen.

2. Vertel zelf een verhaal en laat het kind een einde bouwen.

3. Bedenk samen met het kind een verhaal. Kies eerst de sfeer voor het verhaal, wordt het een spannend, verdrietig of blij verhaal? Welke achtergrondkaart past daarbij? Welke personages en voorwerpen hebben we nodig? Je kunt ook goed bestaande verhalen nabouwen. Verander na het vertellen van het verhaal van achtergrondkaart, maar laat de attributen staan. Hoe zou het verhaal nu gaan?

4. Stop alle dieren en poppetjes in een zak en laat het kind met gesloten ogen twee stukken kiezen. Bedenk samen met deze personages een verhaal.

5. Vraag het kind een scene te bouwen van hetgeen wat ze gedaan hebben tijdens het weekend of in de vakantie. Laat hen daarna de scene beschrijven aan een klasgenoot.

6. Natuurlijk kan het voorkomen dat er niet echt een passende achtergrondkaart beschikbaar is. Laat kinderen dan zelf een achtergrondkaart ontwikkelen.

7. Laat kinderen in tweetallen samenwerken. Eerst bepalen ze de achtergrondkaart, personages en attributen en daarna vertellen ze om de beurt een zin van het verhaal. Laat ze het daarna aan de groep voorspelen.

8. Laat een kind een setting bouwen en vraag dan een ander kind of hij kan vertellen waar hij denkt dat het verhaal over gaat. Laat dan het eerste kind zijn versie van het verhaal vertellen en vergelijk de verhalen met elkaar. Met dezelfde attributen kun je dus verschillende verhalen creëren!

9. Laat de kinderen naar aanleiding van een prentenboek een ander einde bedenken/bouwen. Bespreek wat er anders is aan het einde en wat het voor effect heeft op de personages.

10. Bouw zelf het begin en einde van een verhaal en laat de kinderen het midden bedenken.

Naar mijn mening komen de kinderen nog beter tot verhalen door wat specifieke attributen toe te voegen. Er zit bijvoorbeeld een kaart bij van de speeltuin, maar je kunt geen speeltuinstukken kiezen. Een aanbeveling is dan ook om per achtergrondkaart goed te kijken welke attributen wellicht nodig zijn om het verhaal nog sterker naar voren te laten komen. Hierdoor komen kinderen met weinig fantasie ook tot een beter verhaal.

Lego Education Storytales is te koop bij Heutink.

Bekijk ook het filmpje voor meer inspiratie.