Varen bewegend leren

 5,00 15,00

Artikelnummer: N/B Categorieën: , ,

Beschrijving

In dit pakket vind je vijf lees- en vijf rekenspellen rondom het thema varen. Je kunt de spellen gebruiken tijdens de zomer- en sinterklaasperiode.

Sinterklaasperiode
Tijdens de sinterklaasperiode kun je de spellen wat aanpassen. Je noemt de kinderen bijvoorbeeld geen bemanning, maar pieten en de vracht die verdeeld moet worden op het schip zijn natuurlijk cadeaus etc. Om het extra leuk te maken kunnen de kinderen ook een pietenmuts dragen.

Spring het woord
De kinderen pakken een afbeelding uit de bak. Ze bedenken of het woord uit drie of vier klanken bestaat. Bestaat het woord uit drie klanken dan springen ze die klanken in de drie hoepels. Bestaat het woord uit vier klanken dan springen ze die klanken in de vier hoepels. Daarna rennen ze naar het van tevoren afgesproken vak en schrijven het woord op.

Woordzoeker
In de ruimte hangen afbeeldingen van de themawoorden. Ieder kind (of per tweetal) heeft een werkblad met daarop een woordzoeker. De kinderen gaan op zoek naar de afbeeldingen, lezen het woord dat onder de afbeelding staat, en zoeken het woord op in de woordzoeker.

Mix en koppel
Er zijn twee soorten kaarten: kaarten met één woord en kaarten met een deel van een zin. De kinderen krijgen één van beide kaarten. Ze gaan op zoek naar het juiste koppel.

Boten verzamelen
Verspreid hangen acht verschillende soorten boten. De kinderen lezen de woordrij die op het kaartje staat. Het laatste woord onthouden ze. Ze rennen terug naar de leerkracht, beschrijven de boot en het laatste woord. Is dat goed? Dan mogen ze de boot op de kleurplaat kleuren.

Sorteren van klanken
Op het plein staan meerdere schepen getekend. De kinderen pakken een kaartje met daarop een afbeelding. Welke tweetekenklank hoor je? Ze rennen naar die boot toe, en stoppen het kaartje in de boot.

Haven
Hoeveel boten kunnen er nog in de haven liggen? In de haven is er bijvoorbeeld plek voor 7 boten. Er liggen al 3 boten, hoeveel boten kunnen er nog bij? Vertel het een ander kind, ruil het kaartje en zoek weer iemand op.

Schip in nood
De leerkracht noemt twee getallen (dubbelsommen t/m 12). De kinderen zitten in de reddingsboot en raden welk noodsein de leerkracht geeft. Ze gaan snel naar het juiste schip (getal) toe, om de bemanning te redden.

Langs de douane
Mag de vracht aan land? Dat moet je eerst controleren bij de douane. De kinderen pakken een kaartje met daarop een som (de vracht). Ze rennen naar de douane (andere kinderen), laten de som zien en vertellen het antwoord. Klopt het antwoord? Dan laat de douane je door.

De vracht
De vracht moet in de juiste boot. Welke vracht hoort bij welke boot? Mix en koppel (samen 10). Klopt het? Dan haalt het tweetal een nieuw kaartje bij de leerkracht.

Laden
De schepen worden geladen. Alle dozen moeten naar het juiste schip worden gebracht. Op het plein zijn met stoepkrijt meerdere schepen getekend. Alle dozen moeten in het juiste schip terecht komen. Het cijfer op de doos laat zien in welk schip de doos moet. De kinderen brengen de dozen naar het juiste schip.

Doelen
De spellen kun je buiten of in de speelzaal spelen. Een aantal spellen kunnen de kinderen ook rustig in de klas als onderdeel van een circuit of hoekenwerk spelen.

Tijdens het spelen oefenen de kinderen onderstaande doelen:

  • mkm, mmkm en mkmm-woorden lezen en schrijven • woorden herkennen
  • lezen van korte zinnen
  • lezen van mkm-woorden met lange klanken woorden met een tweetekenklank analyseren
  • splitsingen van 6, 7, 8 en 9
  • dubbelsommen t/m 12
  • optellen en aftrekken t/m 10
  • samen 10 (verliefde harten)
  • getallenlijn t/m 50

Extra informatie

Licentie

Gebruik voor 1 klas, Gebruik voor 2 klassen, Gebruik voor 3 klassen, Gebruik voor 4 klassen, Gebruik voor 5 klassen of meer

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Varen bewegend leren” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *