Het gedicht Ga je mee op avontuur? neemt kinderen mee in de wereld van ontdekken en fantaseren. Soms gaat het avontuur heel ver weg; vliegen in een luchtballon of fietsen tot de horizon. Maar ook dichtbij, in de polder, de sloot of met een potje vol wormen kun je al een ontdekkingsreis beleven. Het laat kinderen ervaren dat avontuur overal om hen heen is, zolang je maar goed kijkt.
Het gedicht sluit mooi aan bij de nieuwsgierigheid van jonge kinderen en past goed bij het thema van de Kinderboekenweek: Vol avontuur. Hieronder vind je een aantal lessuggesties om dit gedicht betekenisvol in je klas in te zetten.
1. Lezen en verbeelden
Lees het gedicht rustig voor. Vraag de kinderen om hun ogen te sluiten en zich de avonturen uit het gedicht voor te stellen: hoe voelt het om hoog in een boom te klimmen? Of om in een luchtballon te zweven?
Lees het gedicht daarna nogmaals zichtbaar mee. Ga in gesprek:
- Welke avonturen zouden de kinderen zelf willen beleven?
- Zijn er avonturen uit het gedicht die ze al eens hebben meegemaakt?
- Vinden ze het spannender om ver weg of dichtbij op avontuur te gaan?
2. Tekenen: jouw avontuur
Geef de kinderen de opdracht om een avontuur te tekenen dat ze beleven in hun eigen leesboek. Misschien gaat de hoofdpersoon op reis, beleeft hij iets spannends in de stad of gebeurt er juist iets grappigs thuis.
Als uitbreiding kunnen ze ook bedenken wat voor avontuur ze zelf nog zouden willen meemaken met de hoofdpersoon uit hun boek.
Laat de kinderen hun tekening kort presenteren in tweetallen of kleine groepjes.
3. Eigen boekreis-gedicht
Begin met het herlezen van een couplet en laat de kinderen de rijmwoorden zelf ontdekken en onderstrepen. Bespreek kort welke soorten rijm er bestaan, zoals eindrijm en binnenrijm.
Daarna mogen de kinderen zelf een vierregelig gedicht schrijven in dezelfde stijl. Om het wat moeilijker te maken, geef je alleen het begin van de eerste regel. Bijvoorbeeld:
Ik stap in een boek, en reis heel ver,
–
–
–
Of je geeft een eerste en derde regel:
Ik stap in een boek en reis heel ver,
–
Ik wandel door een bos,
–
Voor wie nog meer uitdaging wil, kun je een rijmketting maken: een groepje kinderen schrijft om de beurt één regel en samen vormen ze een gedicht. Daarbij moeten ze goed letten op het rijmschema en het verhaal dat ontstaat.
Klik hier om het gedicht te downloaden. Veel plezier ermee!