De themahoek is de plek waar kinderen spelenderwijs leren. Maar niet ieder kind pakt vanzelf een actieve rol in het spel. Sommige kinderen werken vooral individueel, terwijl anderen het liefst de leiding nemen. Hoe zorg je ervoor dat kinderen niet naast elkaar, maar met elkaar spelen?
Door bewust na te denken over de inrichting van de hoek en de manier waarop je kinderen prikkelt, kun je samenwerking en interactie stimuleren. In deze blog lees je hoe je dat doet.
1. Creëer situaties waarin kinderen elkaar nodig hebben
Soms spelen kinderen in de themahoek vooral langs elkaar heen. Door taken en rollen te verdelen, zorg je ervoor dat ze echt met elkaar moeten samenwerken.
Voorbeelden:
- In een bloemenwinkel kan één kind bestellingen opnemen, een ander stelt boeketten samen en een derde rekent af.
- In een ziekenhuis voert de dokter een onderzoek uit, maar heeft hij een verpleegkundige nodig voor de verzorging en een apotheker om medicijnen voor te schrijven.
- In een bouwhoek heeft één kind de bouwtekening en moet hij samenwerken met anderen om de juiste materialen te verzamelen en te bouwen.
Door een duidelijke taakverdeling worden kinderen afhankelijk van elkaar en ontstaat er automatisch interactie.
2. Geef kinderen een gezamenlijke opdracht
Kinderen zijn sneller geneigd om samen te werken als ze een gedeeld doel hebben. Geef daarom een uitdaging waarbij ze moeten overleggen en taken verdelen.
Voorbeelden:
- In een restaurant moeten ze samen een driegangendiner samenstellen en de juiste ingrediënten inkopen.
- In een garage krijgt een klant een auto binnen met meerdere problemen. Hoe lossen ze dit samen op?
- In een postkantoor moeten alle brieven gesorteerd worden per land. Hoe verdelen ze het werk?
Een gezamenlijke opdracht zorgt ervoor dat kinderen in gesprek gaan, overleggen en onderhandelen.



3. Stimuleer communicatie met prikkelende vragen
Soms hebben kinderen een duwtje nodig om hun spel te verdiepen. Door gerichte vragen te stellen, daag je ze uit om verder te denken en beter samen te werken.
Denk aan vragen zoals:
- ‘Hoe zorgen jullie ervoor dat alle klanten in de winkel goed geholpen worden?’
- ‘Wat doen jullie als een bestelling verkeerd gaat?’
- ‘Hoe verdelen jullie het werk zodat het eerlijk is?’
Zorg ervoor dat je niet direct zelf met een oplossing komt, maar laat kinderen samen nadenken.
4. Gebruik visuele ondersteuning
Soms weten kinderen niet goed hoe ze samen kunnen werken. Je kunt ze helpen door structuur te bieden met:
- Rolkaartjes (‘Jij bent de manager, jij de verkoper, jij de klant’)
- Opdrachtkaarten (‘Zorg dat de klant tevreden de winkel verlaat’)
- Een stappenplan (‘Hoe verwelkom je een klant?’ of ‘Hoe maak je een bestelling klaar?’)
Door deze hulpmiddelen kunnen kinderen zelfstandig verder spelen zonder dat jij steeds hoeft in te grijpen.


5. Laat kinderen reflecteren op hun samenwerking
Samenwerken is een vaardigheid die kinderen moeten oefenen. Door na afloop te reflecteren, leren ze bewust kijken naar hun eigen rol.
Stel vragen zoals:
- ‘Hoe hebben jullie samengewerkt?’
- ‘Wat ging goed en wat kan beter?’
- ‘Wie had een slimme oplossing bedacht?’
Je kunt kinderen ook laten tekenen of opschrijven wat ze samen hebben gedaan. Dit maakt hen bewust van hun leerproces en helpt hen om de volgende keer nog beter samen te werken.
Meer leren over samenwerking in hoeken?
Wil je nog meer inspiratie over hoekenwerk in groep 3? In mijn cursus ‘Hoekenwerk in groep 3’ leer je hoe je het thematisch werken optimaal inzet. Bekijk mijn cursus hier.
Hoe stimuleer jij samenwerking in de themahoek? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen.