Hoekenwerk wordt vaak geassocieerd met kleuters: spelen, ontdekken en leren in hoeken. Maar ook in groep 3 kan hoekenwerk een krachtig middel zijn om kinderen te laten leren op een actieve, betrokken en betekenisvolle manier. Toch hoor ik vaak van leerkrachten: ‘Ik wil wel starten, maar hoe voorkom ik dat het rommelig of te druk wordt?‘
In deze blog neem ik je stap voor stap mee in hoe je rustig en gestructureerd kunt starten met hoekenwerk in groep 3, zonder dat het je klas (of je hoofd) overneemt.
Begin klein
Je hoeft niet meteen met een volledig doordacht hoekenplan te beginnen. Sterker nog: hoe kleiner je begint, hoe beter je overzicht houdt. Kies één hoek waar je kinderen gericht laat spelen.
Bijvoorbeeld: werk je met het thema ‘de ijssalon’? Richt dan één themahoek in waar een klein groepje kinderen tegelijk kan spelen. Laat de rest van de klas op dat moment een andere taak doen. Zo kun je observeren hoe het werkt, zonder dat het meteen te druk wordt.


Zorg voor duidelijke routines
Kinderen uit groep 3 hebben vaak nog veel behoefte aan structuur. Zorg dus voor vaste afspraken:
- Wanneer mogen ze in de hoek werken?
- Met hoeveel kinderen?
- Hoe lang duurt een hoekmoment?
- Wat doen ze daarna?
Maak dit visueel met bijvoorbeeld hoekenkaarten, een planbord of pictogrammen. En belangrijk: blijf oefenen en herhalen, net zoals je dat met routines in de klas doet.
Koppel de hoek aan je thema
Hoekenwerk wordt betekenisvol als het past binnen het thema waar je mee werkt. Zo is de hoek geen los ‘speelmoment’, maar een verlengde van je onderwijs.
Voorbeelden:
- Bij het thema ‘bakkerij’: een hoek met klei, lege verpakkingen, kassabonnetjes, receptenkaartjes.
- Bij het thema ‘dierenarts’: een hoek met knuffeldieren, onderzoekslijsten, patiëntenkaarten.
- Bij het thema ‘reisbureau’: folders, wereldkaarten, paspoorten en boekingsformulieren.
Laat kinderen in de hoek handelen, overleggen, rekenen, schrijven en ontdekken.
Observeer en speel mee
Gebruik de eerste weken om te observeren. Waar loopt het spel vast? Waar is juist veel enthousiasme? Wie heeft sturing nodig? Door goed te kijken, kun je de hoek gericht bijsturen of aanvullen.
Soms helpt het ook om zelf even mee te spelen of een rol te geven: ‘Vandaag ben ik de klant in de winkel. Wat kan ik kopen?’ Zo geef je richting aan het spel, zonder het over te nemen.


En vooral: laat het groeien
Hoekenwerk hoeft niet in week 1 perfect te zijn. Sterker nog: het groeit met je groep mee. Wat nu nog begeleid moet, gaat over een paar weken misschien al vanzelf.
Gun jezelf de ruimte om te experimenteren, te veranderen en los te laten wat niet werkt. Begin klein, bouw rustig op, en ontdek wat past bij jou en je klas.
Wil je hier dieper in duiken?
In mijn cursus ‘Hoekenwerk in groep 3’ leg ik je stap voor stap uit hoe je met thematisch werken aan de slag kunt gaan. Je krijgt praktische voorbeelden, downloads en ideeën die je meteen kunt toepassen.
Heb jij al een eerste stap gezet met hoekenwerk? Laat hieronder weten waar jij staat of waar je tegenaan loopt.