Groep 4 oefent de komende weken met het oplossen van grote sommen en moeten daarbij met tientallen kunnen rekenen. Aangezien veel kinderen nog moeite hebben met het springen van de tientallen (56-46-36) heb ik een spel gemaakt om dit te oefenen. Het spel heeft wat weg van burenbingo.
Wat heb je nodig?
- spelbord
- voor elk kind een pylon
- dobbelsteen
Hoe speel je het?
- Het spel kan gespeeld worden met twee spelers.
- Beide spelers leggen een bingokaart (zie bijlage) voor zich neer.
- De losse kaartjes met cijfers worden op de kop neergelegd.
- De spelers zetten hun pylonen bij start.
- Beide spelers gooien met de dobbelsteen, wie het hoogst gooit mag beginnen.
- Komt een speler op een rups, dan mag hij een kaartje omdraaien.
- De speler bedenkt welk burentiental bij het getal hoort.
- Heeft de speler een burentiental op zijn bingokaart dan mag hij het op het bijpassende cijfer leggen. Bijvoorbeeld de speler pakt het cijfer 37, hij kijkt dan of hij op zijn bingokaart nummer 27 of 47 heeft.
- Komt een speler op een leeg vakje, dan gaat zijn beurt voorbij.
- Wie heeft er als eerste zijn bingokaart vol?
Beste Linda,
Waar kan ik de bijlage vinden ?
Je kunt op de link klikken.
Hallo Linda,
Wat fijn dat jij een spel hebt gemaakt waarbij de voor kinderen lastige sprongen van 10 vanuit een niet-tiental kunnen worden geoefend. Ik wil het graag gebruiken voor een van mij leerlingen.
Het spelbord kan ik downloaden maar ik vind de getalkaartjes niet en de bingo kaarten. Waar kan ik die vinden? Je verwijst naar een bijlage maar ik zie geen button…..
Ha, je vindt de spelkaartjes in hetzelfde document als het spelbord. Succes!