Thema kriebelbeestjes: wat kriebelt daar?

‘Kijk, een hele grote spin op het raam!’, riep een van mijn kleuters dwars door de ochtendkring. Alle kleuters draaiden zich razendsnel om om het kriebelbeestje te bewonderen. De bijbel op mijn schoot moest maar even wachten.

‘Nee’, besloot een andere kleuter, ‘het is een mug.’ En zo ontstond er een zeer leerzame discussie, want wanneer is iets nu een mug en wanneer een spin? Vleugels hoorden toch echt bij een mug, aldus de kleuters. Maar deze lange poten leken op de poten van een spin. Na wat zoeken in de boeken besloten we dat het een langpootmug moest zijn!

Een tijd geleden werkten we in de klas aan het thema ‘kriebelbeestjes’ en zo kwamen we erachter dat we deze beestjes eigenlijk overal vonden: op het raam, in de lucht, tussen de bomen en onder de stoeptegels. In deze blog zal ik jullie een stukje meenemen in ons thema.

Beestjes in de klas
Wanneer je over kriebelbeestjes werkt, is het uiterst belangrijk dat deze beestjes ook echt in de klas aanwezig zijn! We zochten een groot doorzichtig terrarium op en gingen op zoek naar kriebelbeestjes.

Wil je bij de start van het thema al beestjes hebben, dan kun je bij de Vlinderstichting pakketjes bestellen om koolrupsen te laten verpoppen tot vlinders. Wees er op tijd bij, want wij waren hiervoor helaas al te laat.

Zelf beestjes zoeken is ook goed te doen en natuurlijk vele male leerzamer.  Duik een achtertuin in of ga een stukje wandelen door het park. Vergeet bij het zoeken de kinderen niet in te schakelen, want je zult erachter komen dat zij veel betere speurneuzen zijn dan jij! Laat ze dan ook lekker wroeten in de tuin of geef ze eens de vrijheid om in de bosjes te zoeken.

Zorgzaam zijn
Voordat de kinderen zelfstandig met de beestjes aan de slag konden, heb ik aandacht besteed aan hoe je met dieren omgaat. We hebben met de kinderen gesproken over wat wel en niet mag en over dat er altijd voorzichtig om moet worden gegaan met de kriebelbeestjes.

Zelf mochten de kleuters bij mij in de klas de beestjes wel uit het terrarium halen en op hun handen laten lopen, mits dit voorzichtig gebeurde. Ik ben namelijk van mening dat het ervaren van een beestje dat op je hand loopt erg belangrijk is voor een kind.

Zo ervaren ze dat het niet eng is en alleen maar een beetje kriebelt. Ook hadden we in de klas loeppotjes die tijdens het buitenspelen mee naar buiten mochten.

Observeren
Als de kriebelbeestjes zijn gezocht en de kinderen bewust zijn over de omgang, dan is het tijd om van de kriebelbeestjes te leren. Hoeveel poten heeft een spin? Hoe verpopt een rups? Heeft een slak ogen? En kan een worm poepen?

Allemaal vragen die bij de kinderen vanzelf opborrelden. In onze observatiehoek konden ze op zoek naar de antwoorden  op hun vragen. In deze hoek stond het terrarium en stonden de loeppotjes. Ook lag er papier en potloden, zodat de kriebelbeestjes ook nagetekend konden worden.

Tot slot voegde ik na een observatieles ook een kriebelbeestjes observatieblad toe. Je zult als leerkracht merken dat er steeds meer vragen beantwoord worden en dat de tekeningen van de kinderen met sprongen vooruit gaan.

Groepswerk
Tijdens het thema ‘kriebelbeestjes’ hebben we in de klas een creatief groepswerk gemaakt met alle kinderen. Een groepswerk zorgt ervoor dat alle kinderen op hun eigen niveau en manier kunnen bijdragen.

Ik maakte als leerkracht op ons prikbord de achtergrond. Ik zorgde voor de lucht, aarde en gras. Een aantal weken later hingen er ook wormen, bijen, slakken, rupsen, spinnen en vlinders, gemaakt door de kinderen.

Het handige aan dit groepswerk was dat de kinderen de kriebelbeestjes ook direct konden indelen naar leefgebied.

Wormenhotel
Tot slot wil ik jullie het wormenhotel niet onthouden, omdat dit voor de kinderen een groot succes was. De kinderen vulden een glazen pot met een lasagne van aarde en zand. Vervolgens boorden ze met een boor gaatjes in de deksel van de pot. (Zie ook mijn eerdere blog over het werken met echte materialen)

Laat ze tot slot wat bladeren en gras toevoegen en de zoektocht naar wormen kan starten. Je kunt op een grasveld met de kinderen gaan stampen of je kunt een riek in het gras steken en deze heen en weer bewegen.

De wormen komen dan omhoog en kunnen in het wormenhotel gestopt worden. Door de lasagna van aarde en zand kunnen de kinderen goed zien hoe de worm zijn gang maakt.

Bij mij in de klas was het thema ‘kriebelbeestjes’ een groot succes. Maanden later lopen de kinderen nog steeds met slakken en spinnen over het schoolplein. Daarnaast worden de beestjes die we binnen vinden netjes naar buiten gebracht en niet meer zomaar gedood. Durf jij dit thema ook aan? 

Joy van Veen

Joy van Veen werkt als leerkracht in groep 1/2 op een basisschool. Ze heeft de Academische PABO gedaan, een Master Orthopedagogiek afgerond en haar hart ligt bij het lesgeven aan het jonge kind. Naast het voor de klas staan is ze werkzaam als orthopedagoog op een leerproblemenpraktijk. In haar vrije tijd deelt ze haar ideeën en ervaringen op social media onder de naam JUV.

Geef een reactie