‘Juf, juf, we krijgen het wiel er niet meer op!’ Ik kon een glimlach niet onderdrukken, terwijl ik naar de themahoek liep en een blik opving van een kinderfiets, die behoorlijk uit elkaar gesloopt was. Rondom de fiets lagen hamers, moersleutels, schroevendraaiers en fietsonderdelen.

‘Hmm’, zei ik, ‘ik dacht dat jullie de fietsenmakers waren en niet ik.’ Twee kleuters keken me bedachtzaam aan, tot een van de kleuters giechelend zei: ‘wij zijn geen fietsenmakers, maar fietsenslopers juf’. Daar moest dan maar eens verandering in komen. 

Afgelopen jaar werkten we in de klas over het thema ‘de fiets/de fietsenmaker’. Een thema wat erg dicht bij de kinderen staat, omdat elk kind thuis wel een fiets heeft.

Ook past dit thema goed bij de Kinderboekenweek 2019, die over voertuigen en op reis gaan gaat. In deze blog vertel ik jullie hoe wij dit thema in de klas hebben uitgewerkt.  

De voorbereiding

Het is belangrijk om een thema goed voor te bereiden. We regelden voordat we met het thema begonnen een kinderfiets, die de kinderen ook uit elkaar mochten slopen.

Soms kun je die goedkoop bij de kringloop kopen, maar je kunt natuurlijk ook aan de ouders uit de klas vragen wie er nog een oude kinderfiets heeft staan. Vermeld hier wel bij, dat hij waarschijnlijk na afloop van het thema in de container zal belanden. 

Vervolgens bedachten we met de kinderen wat je allemaal nodig hebt als fietsenmaker. Dit schreven we uit op grote vellen en we maakten er tekeningen bij.

We bespraken wat de kinderen van thuis mee konden nemen en wat we in de klas konden knutselen. Bedenk goed wat je doel is, voordat je dit onderscheid maakt.

Als je de kinderen bijvoorbeeld wilt laten sleutelen, is het belangrijk dat ze dit met echt gereedschap kunnen doen. Het geld waarmee ze de fietsenmaker moeten betalen, kunnen ze wel prima zelf maken.

De themahoek

Om goed spel tot stand te laten komen, is een themahoek onmisbaar. De klas speelde gedurende het thema ‘de fiets’ in de fietsenwinkel. Hier konden ze fietsenonderdelen verkopen, maar ook fietsen repareren.

We begonnen met een vrij lege themahoek, waar in eerste instantie wat gereedschap in te vinden was en een fiets die uit elkaar gesloopt mocht worden.

De kinderen konden zo eerst even focussen op het technische gedeelte van het spel en ontdekken hoe een fiets in elkaar zit. 

Na wat geknutsel werden er ook wat fietsonderdelen aan de hoek toegevoegd, die de kinderen zelf gemaakt hadden. Nu konden ze ook fietsbanden, sleutels en fietsbellen gaan kopen en verkopen.

Natuurlijk kon er ook afgerekend worden met ons zelfgemaakte geld en kwam er een bordje bij de deur met de openingstijden van de fietsenwinkel. 

Tot slot voegden we een schoolplein fiets toe aan de huishoek. Dit zorgde voor meer interactie tussen de huishoek en de fietsenwinkel, omdat de kinderen de fiets nu ook naar de winkel konden brengen voor reparatie.

Daarnaast konden ze de onderdelen die ze kochten in de winkel nu ook op de fiets ‘bevestigen’. Ik heb nog nooit een fiets gezien, die zo vaak kapot was. 

Je kunt de kinderen ook hun eigen fiets laten controleren in de themahoek. Lees in deze blog hoe je dit kunt aanpakken door middel van een werkblad.

Woordenschat

Naast spel vind ik het van belang om aandacht te besteden aan woordenschat. Dit kun je goed doen door voldoende boeken over het thema voor te lezen.

Het is dan leerzaam om fantasieboeken af te wisselen met informatieve boeken. De boeken ‘Kaatje op de fiets’ van Liesbeth Slegers en ‘Karel de fietsenmaker’ van Lars Klinting zijn bij dit thema goed te gebruiken.

Naast de overige woordenschatactiviteiten die aangeboden worden in de kring, bied ik bij bijna elk thema één specifieke woordenschatoefening aan. Voor deze oefening teken ik een afbeelding op het raam dat aansluit bij het thema. De afbeeldingen in de boeken van ‘Liesbeth Slegers’ vind ik hiervoor erg geschikt. 

Bij dit thema tekende ik een meisje op een fiets op het raam. De kinderen mochten deze tekening inverven en gedurende het thema voegden we woorden toe aan de tekening. Zo wisten alle kinderen aan het einde van het thema waar de spaken, de kettingkast en de trappers zaten.

Activiteiten buiten het klaslokaal

Het thema ‘de fiets’ leent zich goed voor activiteiten buiten het klaslokaal. Zo is het erg leuk om verkeer bij dit thema te betrekken en op het schoolplein een fietsles te geven.

De kinderen kunnen zo direct oefenen met slalommen, goed kijken en op tijd remmen. Het op tijd remmen lukte wel, maar volgens de kleuters is het toch echt gemakkelijker om met je voeten op de grond te remmen in plaats van de achteruittraprem te gebruiken. 

Wil je het thema nog wat verder uitbreiden, dan is het ook leuk om met de kinderen fietsen te wassen op het schoolplein. Lekker kliederen met sop en water, zorgt altijd voor een hoop vrolijke gezichten. 

Wij sloten het thema af door alle kinderen hun eigen fiets te laten versieren. In de klas maakten we vlaggetjes en deze bevestigden de kinderen op hun eigen fiets.

Ook werden er een hele boel linten aan de fietsen geknoopt. De kinderen waren er zo trots op dat er maanden later nog steeds versierde fietsen op het schoolplein stonden. 

Weet jij al waarover je gaat werken met de Kinderboekenweek? Kies je voor één onderdeel, zoals de fiets, of voor meerdere verschillende voertuigen?